De strijd van Russische vrouwen – activisme in Rusland

pussy riot protest

De strijd van feministische activisten in Rusland is er eentje met veel obstakels en tegenslagen.

Eén van de bekendste Russische activistengroep is Pussy Riot. Op 21 februari 2012 trad de feministische en politieke punkband op in de Christus-Verlosserkathedraal in Moskou. Het was een protestactie tegen de herkiezing van Vladimir Poetin en de macht van de orthodoxe kerk. Dit optreden kwam later voor in hun videoclip van het nummer Punk Prayer: Mother of God Drive Putin Away. Binnen een minuut werden ze de kerk uitgezet en later gearresteerd. Voor deze daad van protest zaten de bandleden Nadezjda Tolokonnikova en Maria Aljochina bijna 2 jaar lang vast in een strafkamp. Helaas gebeurt dit vaker.

Niet meer de straat op, maar het oprichten van Ngo’s

Het activisme in Rusland na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991, had een andere vorm dan het huidige activisme. Het activisme was vooral gericht op het opzetten van organisaties die zich focusten op lobbyen en minder op het demonstreren en het bereiken van de bevolking. Dit waren professionele organisaties die vaak subsidies aanvroegen bij West-Europese en Noord-Amerikaanse regeringen die via de Ngo-sector de ‘democratie’ probeerde te ondersteunen. Veel organisaties moesten wel op zoek naar buitenlandse donateurs. Rusland verkeerde in een economische crisis en binnenlandse bronnen voor financiële steun beperkt waren.

Om subsidies te verkrijgen moesten Russische burgeractivisten de prioriteiten van de buitenlandse geldschieters als uitgangspunt nemen voor hun eigen organisatorische agenda. Er werd door de Ngo’s veel aandacht besteed aan het bijdragen aan de ontwikkeling van de democratie, maar de dagelijkse sociale problemen werden amper aangepakt. Hierdoor ontstond er een afstand tussen de Russische bevolking en de Ngo’s. Bovendien begon de regering veel Ngo’s met argwaan te bekijken, omdat ze niet representatief waren voor de nationale belangen van Rusland. Daarnaast is de overheid van mening dat de activiteiten van Ngo’s de Russische geest en lichaam aantasten en in het geval van feministische organisaties standpunten propageren die tegen de traditionele gezinswaarden ingaan.

In 2012 werd bijvoorbeeld de wet op buitenlandse agenten ingevoerd. Een organisatie krijgt het stempel “buitenlandse agent” als de overheid vindt dat ze tegen het nationaal belang indruisen. Ngo’s krijgen dit stempel wanneer ze financiële steun uit buitenlandse bronnen in ontvangst nemen en betrokken zijn bij “politieke activiteiten”. Het Ministerie van Justitie heeft dan de bevoegdheid om inzake te krijgen in de activiteiten van de organisatie en boetes en andere sancties op te leggen. Vrouwenorganisaties die op de lijst van buitenlandse agenten staan zijn onder andere de Soldatenmoeders van Sint-Petersburg, het Centrum voor genderstudies in Samara en het ANNA-centrum, een onderzoekscentrum en hotline voor huiselijk geweld in Moskou.

Deze restricties hebben bijna geleidt tot het uitsterven van de “geformaliseerde NGO” onder de feministische organisaties in Rusland. Bovendien kunnen zij vaak niet rekenen op overheidsfinanciering. Het Kremlin staat openlijk vijandig tegen het veranderen van traditionele rolpatronen om de gelijkheid van vrouwen en de LHBTIQ+ gemeenschap te bevorderen.

Het nieuwe activisme: de samenleving bereiken

Na het verdwijnen van een groot aantal Ngo’s ontstond er een nieuw soort activisme. Activisten proberen zo min mogelijk afhankelijk te zijn van geld. Ze werken bijvoorbeeld met vrijwilligers, zonder fysiek kantoor, maken gebruik van crowdfunding of sponsoring door bedrijven. Het positieve aan deze ontwikkeling is dat de vaak jongere activisten zich minder richten op financiering en meer op het bereiken van de samenleving.

Het hedendaags activisme bereikt de samenleving door de focus te leggen op problemen waarmee burgers in hun dagelijks leven mee te maken krijgen. Ook problemen die belicht kunnen worden met individuele verhalen spreken activisten en hun achterban aan. Een voorbeeld hiervan zijn de protesten tegen de aanpak van huiselijk geweld door de Russische staat. Sinds 2017 is huiselijk geweld geen misdrijf meer, maar een overtreding. Alleen bij ernstige verwondingen kan de dader voor de rechter komen. Dit gebeurt in de meeste gevallen niet. Huiselijk geweld wordt in Rusland gezien als een familieprobleem, waar overheidsinstanties zich niet mee horen te bemoeien.

Ook maken jonge activisten veel gebruik van sociale media. Hierdoor is het mogelijk om gelijkgestemde bondgenoten te vinden, steun voor hun activiteiten op te bouwen, fondsen te kunnen werven en bekend te maken wanneer overheidsinstanties hun organisatie of activisten aanvallen.

Feministische activisten zijn vaak te vinden op platforms zoals Facebook, Twitter en Instagram. De oude websites kwamen onder druk te staan van de “anti-extremisme” wetgeving en de anti-homopropaganda wet. Deze werd in 2013 aangenomen en houdt in dat het publiekelijk promoten van niet-traditionele seksuele relaties aan minderjarigen verboden is. Deze 2 wetten zijn op grote schaal gebruikt door de overheid om activisten te vervolgen voor het bekritiseren van de regering of traditionele sociale waarden.

Het nieuwe activisme is voor een groot deel gedecentraliseerd en vindt online plaats. Het activisme kan verscheidene vormen aannemen en verschillende deelnemers op verschillende momenten kunnen het initiatief nemen om een actie te starten. Deze versnippering kan voordelig zijn, omdat het Kremlin het “hoofd” niet kan onthoofden. De negatieve kant is dat het kan leiden tot ongecoördineerd en ondoeltreffend activisme. Echter, dit is de enige vorm van protest waarbij de overheid de activisten zo min mogelijk kan dwarsbomen. Het Kremlin kan ze niks meer afpakken, want ze hebben al geen leider, geld, personeel en kantoorruimte meer.

Het activisme monddood proberen te maken

Naast de al genoemde restricties, probeert de overheid met man en macht om het activisme met een anti-Kremlin boodschap monddood te maken. Dit doen ze door beperkingen op te leggen aan burgerlijke vrijheden.

Ten eerste bestaat er in Rusland een censuur op vrijheid van meningsuiting. Je kan alleen je mening uiten als die positief is ten opzichte van de Russische overheid. Een afwijkende mening kan al gauw een boete of een gevangenisstraf opleveren. Het is namelijk strafbaar om de staat te beledigen, vals nieuws te verspreiden, smaad te plegen en informatie over corruptie te delen.

Ten tweede is er in Rusland vrijwel geen sprake van een vrije en onafhankelijke media. De overheid controleert alle nationale televisienetwerken, vele radiostations en het grootste deel van de reclamemarkt in de media. Er bestaan nog wel onafhankelijke zenders, maar dit betreft maar een klein deel. Mediakanalen die verslag doen van zaken die in tegenstrijd zijn met de agenda van de Russische overheid worden tegengewerkt. Onafhankelijke mediakanalen worden vaak bestempeld als buitenlandse agenten, ongewenste organisaties en extremistisch. Dit kan uitmonden in het stopzetten van de financiering, gedwongen staking van de activiteiten in Rusland en arrestaties.

In 2021 werden bijvoorbeeld de redacteuren van de door studenten geleidden krant Doxa gearresteerd, omdat ze verslag deden van protestmanifestaties. Daarnaast zijn er in 2020 nieuwe wetten van kracht, die sociale medianetwerken dwingen om de “illegale” inhoud te verwijderen. Vaak gaat dit over anti-overheid berichten. Consequenties die hangen aan het niet verwijderen van “illegale” inhoud zijn fixe boetes en gevangenisstraffen voor online “smaad”. In de weken na de invoering van deze wetten kregen TikTok, VKontakte, Odnoklassniki, YouTube, Twitter, Facebook en Instagram waarschuwingen en boetes. Deze kanalen hadden berichten die minderjarigen zouden hebben aangemoedigd om deel te nemen aan protesten niet geblokkeerd.

Daarnaast is het ontzettend moeilijk om toestemming te verkrijgen van de autoriteiten om bij elkaar te komen om te protesteren in Rusland. Mensen die toch de straat op gaan zonder officiële toestemming krijgen te maken met buitensporig politiegeweld, arrestaties, hoge boetes en gevangenisstraffen. Deze risico’s gelden niet voor alle demonstranten, want pro-Kremlin groeperingen kunnen vrij demonstreren. Ook zijn er bewijzen dat Rusland gezichtsherkenningstechnologie gebruikt om deelnemers aan de protesten te identificeren en te arresteren.

Moord op een journalist – Anna Politkovskaja

Naast dat het deelnemen aan activisme in Rusland je een boete of gevangenisstraf kan opleveren, kun je het ook met de dood bekopen. Dit overkwam de Russische journalist en activist Anna Politkovskaja. De journaliste werd op 7 oktober 2006 doodgeschoten in de lift van haar appartementencomplex in Moskou. Anna werkte voor de onafhankelijke Russische krant Novaya Gazeta. Ze was een kritische journalist die vooral schreef over het wanbeleid van Poetin, zijn rol in de Tsjetsjeense oorlog en over de vele mishandelingen van Tsjetsjeense burgers door Russische soldaten.

Enkele maanden voor haar dood rondde Anna Politkovskaja haar laatste boek af, Russisch dagboek. Dit betreft haar dagboek over de periode 7 december 2003 t/m 31 augustus 2005 en gaat over de misstanden en corruptie van de overheid onder leiding van Poetin. Ze wist dat ze gevaarlijk werk deed door de vele bedreigingen en een poging tot vergiftiging in 2004. Echter, ze was vastberaden om haar belangrijke werk voort te zetten. Dit komt bijvoorbeeld naar voren in het laatste gesprek dat Anna had met haar moeder:

“Of course I know the sword of Damocles is always hanging over me. I know it, but I won’t give in.”
Is Journalism worth dying for? Anna Politkovskaja

Moord op een mensenrechtenactivist – Natalia Estemirova

Natalia Estemirova was een prominente mensenrechtenactiviste. Ze was een belangrijke bron van informatie over de misstanden van de wetshandhavingsinstanties in Tsjetsjenië. De laatste jaren onderzocht ze de ontvoeringen die volgens haar werden uitgevoerd onder het gezag van de Tsjetsjeense president Ramzan A Kadyrov, die gesteund wordt door het Kremlin. Natalia Estemirova werd ontvoerd op 15 juli 2009 in de Russische republiek Tsjetsjenië en een paar uur later naast een snelweg gevonden. Ze werd vermoord door schotwonden in hoofd en borst.

Acties tegen seksueel geweld en huiselijk geweld

In het feministisch activisme is seksueel geweld en huiselijk geweld de afgelopen jaren snel op de voorgrond getreden. Er zijn verschillende acties ondernomen die vaak online plaatsvonden.

Bijvoorbeeld de actie van de Oekraïense Anastasia Melnichenko. Op 5 juli 2016 plaatste ze haar verhaal over seksueel misbruik op Facebook. De activiste, journaliste en directeur van de organisatie Studena startte hiermee een beweging van vele vrouwen in Oekraïne, Belarus en Rusland die hun verhaal deelden over seksueel misbruik, geweld en verkrachting. De vrouwen plaatsten hun verhalen onder de hashtags #янебоюсьсказати en #янебоюсьсказать (I am not afraid to speak). Ongeveer 24.000 mensen deelden hun verhaal binnen 2 maanden.

Over seksueel geweld wordt amper gesproken in Rusland. Dit heeft te maken met dat slachtoffers vaak niet geloofd worden of de schuld krijgen van wat hun is overkomen. Anastasia Melnichenko zag daarom de noodzaak om zich hierover uit te spreken. Ze schreef in het bericht over haar ervaringen met intimidatie:

“We do not have to make excuses. We are not to blame. Blame always lies with the rapist.”
(Gender and power in Eastern Europe, Katharina Bluhm, Gertrud Pickhan, Justyna Stypinska en Agnieszka Wierzcholska)

Ook na de moord op de 19-jarige Tatiana Strakhova door haar ex-vriend in januari 2018 plaatsten honderden Russische vrouwen een foto van zichzelf met alleen hun ondergoed aan en met de hashtag #ThisIsNoReasonToKill.

Rond dezelfde tijd ontstond ook de hashtag #янехотелаумирать (I Didn’t Want to Die) om seksuele intimidatie en huiselijk geweld aan te vechten. Deze hashtag werd gestart door influencer Alexandra Mitroshina en mensenrechtenactiviste Alena Popova. Zij postten een foto van zichzelf met snijwonden en blauwe plekken die ze met make-up hadden aangebracht om zo aandacht te vragen voor huiselijk geweld.

jonge vrouw met wonden in haar gezicht en de woorden #ЯНеХотелаУмирать - ik wilde niet dood -over haar mond

Alexandra Mitroshina, CC BY-SA 4.0, via Wikimedia Commons

Feministische anti-oorlog beweging in Rusland

Russische feministen spelen ook een prominente rol in het protest tegen de Russische invasie van Oekraïne. Poetin kondigde op 24 februari 2022 “een speciale militaire operatie” aan, waarna Rusland Oekraïne vanuit meerdere kanten aanviel. Als reactie op de invasie van Oekraïne door Rusland werd een aantal dagen later de protestgroep Feminist Anti-War Resistance (FAWR) opgericht.  Op 1 maart 2022 bracht de groep hun manifest naar buiten. Dit manifest geeft goed weer wat de uitgangspunten zijn van de protestgroep. In de verklaring staat dat de FAWR de oorlog veroordeelt, omdat binnen de feministische beweging er geen plek is voor geweld en militaire conflicten. Dit brengt enkel geweld, armoede, gedwongen verplaatsing, onzekerheid en het ontbreken van een toekomst met zich mee. Daarnaast vergroot een oorlog de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en tast het de mensenrechten aan. Bovendien besteden ze extra aandacht aan seksueel geweld tijdens de oorlog:

War brings with it not only the violence of bombs and bullets but also sexual violence: as history shows, during war, the risk of being raped increases several times for any woman. For these and many other reasons, Russian feminists and those who share feminist values ​​need to take a strong stand against this war unleashed by the leadership of our country.

De FAWR is georganiseerd rondom een Telegram kanaal en heeft al meer dan 30.000 volgers. Daarnaast heeft de groep een stichting opgezet die activisten helpt, nemen ze deel aan straatprotesten, organiseren kunstevenementen, publiceren de krant Zhenskaya Pravda (de waarheid van de vrouw) en verspreiden ze anti-oorlog informatie via het internet.

blauw logo van combinatie vrouwenteken en teken anarchie in geel blok

Origineel is van de Feminist Anti-War Resistance, toegevoegd is de vertaalde naam van FAWR door Pacha Tchernof, public domain, via Wikimedia Commons

Een aantal grote acties van de FAWR waren:

  • het leggen van bloemen met bijgevoegde anti-oorlog leuzen bij Tweede Wereldoorlog monumenten in 80 Russische steden
  • het vervangen van prijskaartjes met anti-oorlog motto’s in supermarkten
  • Naar aanleiding van het bloedbad in de Oekraïense stad Mariupol ontstond de campagne Mariupol 5000. Activisten riepen op tot het plaatsen van zelfgemaakte kruisen op de binnenplaatsen van woongebouwen om de slachtoffers van Mariupol te herdenken.

Het huidige feministisch activisme heeft in Rusland een groei in mobilisatie en aandacht voor feministische thema’s gebracht. Echter, er is nog genoeg om voor te strijden om de leefsituatie te verbeteren van Russische vrouwen en de LHBTIQ+ gemeenschap. En het is nog maar de vraag of activisten de praktische veranderingen waarnaar zij streven, zullen verwezenlijken wanneer het politieke klimaat nog vijandiger wordt.

Beeld: Pussy Riot protest, fotograaf: Evgeniy Isaev, CC BY 2.0, via Wikimedia Commons

Lees verder:

Anouk van Hilst, masterstudent History Today, stagiair Collecties

Atria’s bibliotheek en archief in hartje Amsterdam herbergen één van de grootste collecties over vrouwen, gender en diversiteit wereldwijd. De rubriek In het nieuws reageert op actuele thema’s en ontwikkelingen vanuit relevante documentatie en publicaties binnen de collectie.

Delen:

Gerelateerde artikelen